Door de bewonersbril: wat we van de bouwsector mogen verwachten
20 december 2021 - Jeroen Scholten (1979) is op verschillende manieren betrokken bij de energietransitie. Op de eerste plaats als bewoner van een door hemzelf verduurzaamd huis, daarnaast als Business Developer Energietransitie bij de Rabobank en ten slotte als voorzitter van Energie Coöperatie Loenen. Zijn overtuiging na zo’n tien jaar in de wereld van duurzaam wonen: aannemers en installateurs moeten een grotere rol pakken. “Je kunt niet van bewoners verwachten dat ze alles weten.”
First things first: zijn woning in Loenen, gekocht in 2011. “Het bestond uit twee delen: een huis uit 1997 en een ouder deel uit ’65. We hebben het na de aankoop verbouwd met gebruikelijke isolatie, HR++ glas en vloerverwarming in de woonkamer en keuken. Pas in 2018 besloten we: we gaan volledig aardgasvrij.” Dat betekende de aanschaf van een warmtepomp en 33 zonnepanelen, en de cv-ketel eruit. “Het was eigenlijk vrij simpel allemaal. Extra isoleren was nauwelijks nodig en de warmtepomp kon zo worden aangesloten op de cv-leidingen. We hadden bij de verbouwing in 2011 al gezorgd voor extra lichtinval, wat in combinatie met de keramische vloer zorgt voor betere verwarming. In Duitsland krijg je zelfs extra hypotheekrenteaftrek als je zo’n vloer hebt.”Advies over de te maken keuzes kwam van de aannemer en installateurs. “We hebben toen erg op hen geleund. Maar over warmtepompen was nog weinig bekend; ik had bijvoorbeeld graag geweten dat ik ruimte nodig had voor een boiler van koelkast-formaat. En ik had liever boven in de badkamer ook vloerverwarming neergelegd. Ik heb destijds vijf installateurs gevraagd wat ze zouden doen in dit huis – de één zei dat ik 6 kW aan warmtepomp nodig had, de ander 14 kW en de rest zat ertussenin. 8 kW bleek uiteindelijk voldoende.”
Doorbreken
Tien jaar later is er volgens Jeroen nog steeds veel te winnen als het gaat om duurzaamheidskennis in de bouwketen. “Veel bewoners willen graag verduurzamen, maar twijfelen of hun huis geschikt is. Het is aan aannemers en installateurs om dat te doorbreken. Het is namelijk nogal een stap om je huidige ketel eruit te gooien, en je kunt niet verwachten dat bewoners alles weten. Vaak wordt er uit voorzichtigheid nog voor een cv-ketel gekozen.”
“De branche moet bewoners ontzorgen in plaats van bang maken”
“De branche zou bewoners moeten ontzorgen”, vervolgt hij. “In plaats van het moeilijk te maken met bijvoorbeeld transmissieberekeningen; dat schrikt af. Je weet je gemiddelde verbruik en je weet je maximale verbruik als het een keer echt koud is: laat dat het uitgangspunt zijn. Bespreek lage temperatuur afgifte zoals vloerverwarming, verlaging van de stooktemperatuur van je cv-ketel en een (hybride) warmtepomp.”
(Het artikel gaat verder onder de foto)
Niet dat hij iedereen over één kam wil scheren. “Er zijn partijen die zich gespecialiseerd hebben in verduurzaming. En bij veel bedrijven werken wel voorlopers op duurzaamheid of nieuwe technieken. Het zou mooi zijn als de branche deze mensen de ruimte geeft om te ontwikkelen; als het daar de noodzaak van inziet. Voor een renovatie vragen bewoners vaak de kleinere lokale bedrijven – juist díé partijen hebben we hard nodig voor de energietransitie.”
Eerlijker rekenen
Ook als het over de kostenkant gaat is Jeroen duidelijk. “Als je vraagt: wat wilt u mevrouw, een cv van tweeduizend euro of een warmtepomp van twaalfduizend euro? Dan gaat het alleen om de investeringskosten, en niet om de terugkerende kosten. Terwijl: een warmtepomp verbruikt 75% minder energie dan een cv-ketel en kost je na de aanschaf tien jaar lang bijna niets, waar een cv-installatie jaarlijks meer onderhoudskosten met zich meebrengt. Daar moet je op gewezen worden. Je zou de branche moeten verplichten om met de kosten van de hele looptijd te rekenen, ook bij taxaties van huizen. En ook om te rekenen met een gemiddelde gasprijs over de looptijd, inclusief de mogelijkheid van eigen zonnestroom. Met de huidige gasprijs ziet de terugverdientijd van een warmtepomp er immers veel beter uit dan met de 65 cent per m3 van tien jaar geleden, en met eigen zonnepanelen ben je een stuk minder afhankelijk. Als je eerlijker rekent, wordt het een ander verhaal. En dan blijkt een warmtepomp al snel gunstig en duurzaam tegelijk!”
Volgens hem ligt er ook een rol voor de overheid. “Die laat de energietransitie wel heel erg bottom-up ontstaan. In mijn optiek moet je het niet aan een lokale gemeente overlaten hoe je de transitievisie invult. Door alles lokaal op te moeten lossen, wordt het probleem groter. Dan vermengt de energietransitie van de gebouwde omgeving zich met een plaatselijke discussie over een zonneveld en windmolens – het zorgt voor een extra laag. Zo ontstaat er veel discussie en moet iedere gemeente het wiel opnieuw uitvinden. De early adopters zijn wel in beweging, maar het schiet niet op als de rest van de bevolking zegt: het is te duur en te moeilijk, dus we laten het zoals het is.”
“Nu is aardgasvrij wonen voor de happy few die het zelf helemaal doorrekenen”
Sociale aspect
“Doordat de overheid het aan de markt laat, wordt bovendien het sociale aspect ondermijnd. Met Energie Coöperatie Loenen proberen we daar op te reageren.” Om steeds meer van de drieduizend inwoners van Loenen mee te krijgen, organiseert de coöperatie openhuizendagen, delen ze verhalen en gaan ze het gesprek aan. “We wekken ook zelf lokaal duurzame energie op. En we geven bewoners en ondernemers advies en subsidie. Maar de mainstream overtuigen lukt daarmee nog niet. Ik denk echt dat dat pas gebeurt na een gedragsverandering van de aannemers en installateurs – dat zijn de partijen die een bewoner volgt. Hun advies op technisch en financieel vlak moet écht op een hoger niveau komen. Anders blijft aardgasvrij wonen voor de happy few die het zelf helemaal doorrekenen, en blijft de echte transitie uit.”
Door de bewonersbril: de praktijk van aardgasvrij wonen
In een reeks verhalen kijkt het Gelders Energieakkoord door de bril van bewoners naar aardgasvrij wonen. Waar lopen zij in de praktijk tegenaan? Wat zijn de afwegingen? En krijgen ze voldoende advies van uitvoerende partijen? Een kritische blik op de rol van gemeenten, installateurs en aannemers bij het verduurzamen van de gebouwde omgeving.
Tekst en foto's: Joris Jan Voermans