GEA Monitor 2023

Geplaatst op 21 september 2023

Gelderse klimaatdoelen wringen.
Nu komt de energietransitie er echt op aan.

We besparen te weinig energie, we wekken veel te weinig schone energie op uit wind, we zien de uitstoot van ‘hernieuwbare bronnen’ over het hoofd en vergeten de impact van methaan als broeikasgas. Dat is de afdronk van de GEA monitor die jaarlijks duidelijk maakt hoe het is gesteld met de Gelderse klimaatdoelen.

Van de afspraak om in Gelderland jaarlijks 1,5% te besparen op energie komen we tot slechts 0,8%. Het voornemen om in 2023 zeker 16% van onze energie uit hernieuwbare bronnen te halen, lukt maar voor 7%. En de koers om het broeikasgas in 2030 met 55% te hebben teruggebracht, zit nu pas op 26%. De makkelijke successen zijn wel binnengehaald. Nu komt het er op aan.

Besparen: vergeten thema

Het besparen van energie lukt ons in Gelderland slecht. Het energiegebruik neemt namelijk in alle sectoren gewoon nog toe. Alleen in de landbouw is sprake van een lichte afname. Het lukt dus niet om de besparing van 1,5% per jaar te realiseren. We komen gemiddeld tot iets meer dan 0,8% vanaf 2013. Besparen lijkt een vergeten thema. Met een zonnepaneel bespaar je misschien op je rekening maar dat is wat anders dan besparen op energie.

Scheve verhouding wind en zon

Dan het doel om minimaal 16% van onze energie te winnen uit ‘hernieuwbare bronnen’. Dat doel bereiken we voor ruim 7%. Het is goed vast te stellen dat het aandeel van zon en wind toeneemt. Maar de verhouding is scheef. Het aandeel ‘zon’ is veel groter waardoor er disbalans op het elektriciteitsnet ontstaat: op het ene moment wordt het net overbelast en op het andere moment is er overcapaciteit. Daarmee hebben we ’s winters een tekort aan zonne-energie en in de zomer een overschot. Ook past een kanttekening bij het begrip ‘hernieuwbaar’: veel van deze hernieuwbare energie komt uit de verbranding van materiaal waar alsnog CO2 bij vrijkomt. Denk maar aan biomassa zoals hout of houtskool.

Impact methaan niet in beeld

Over de broeikasgassen: vanaf 1990 is er ongeveer 26% minder van deze gassen de lucht in gegaan. Het doel om dat percentage in 2030 op 55% te krijgen lijkt daarmee nog ver weg. En er zit nog een adder onder het gras: in de vermindering van het broeikasgas wordt alle uitstoot teruggerekend naar CO2. Zo ook met methaan. Daarin wordt de afbraak van dat gas verrekend naar 100 jaar, dezelfde periode als CO2. De impact van methaan is in de praktijk echter bijna net zo groot als die van CO2. Dit gas blijft ‘slechts’ 20 jaar in de atmosfeer. De impact is dus in de praktijk vele malen groter dan op papier.
 
De komende jaren vragen véél meer aandacht voor echte besparing. De niet gebruikte kilowattuur blijft immers de meest duurzame. Dus: de thermostaat een graad lager, minder autokilometers, stoppen met het maken van energie-intensieve producten en kiezen voor zonwering in plaats van een airco. Daarnaast is het zaak om nog meer in te zetten op de kansen voor hernieuwbare bronnen voor elektriciteitsproductie en warmtelevering. En tenslotte moet ook de directe emissie van broeikasgassen naar beneden. Dat betekent dat processen in de agrarische sector ook kritisch moeten worden bekeken en aangepast.
 
De GEA monitor komt jaarlijks uit maar is afhankelijk van gegevens die pas na 1,5 jaar beschikbaar komen. Daarom kunnen we alleen ‘terugkijken’ tot 2021.

In contact met het netwerk



Ik word graag partner van het netwerk.

Aanmelden



Ik ben nieuwsgierig. Stuur me de nieuwsbrief.

Aanmelden nieuwsbrief